De eerste twee dagen aan de kust hebben we alleen maar regen gezien en het bleek al zon vier maanden non-stop te regenen in dit gebied. Overal waar we kwamen waren rivieren buiten hun oevers getreden en regelmatig stonden bossen, stukken land en wegen onder water. Onderweg zijn we naar een klein dierenparkje geweest met inheemse dieren. Het was een leuk parkje, waarbij veel informatie werd gegeven (bijvoorbeeld wat te doen als je een slang ziet en als je door een giftige slang bent gebeten……je weet maar nooit). En gelukkig…. na twee dagen ging de zon schijnen en werd het heerlijk weer, waardoor het ook weer tijd werd om te duiken. In Byron Bay hebben we een bootduik gemaakt. Het zicht was helaas erg slecht (zon 5 meter), maar we hebben wel hele mooie vissen gezien. Vooral de wobbegongs (gevlekte haaien) waren prachtig. Nog nooit eerder gezien. Er zwom een aantal wobbegongs rond en er lag ook een aantal te slapen waardoor je ze goed kon bekijken. Vincent heeft ook een hele grote bulray gezien, maar ik was supergeconcentreerd naar een klein lullig visje aan het kijken die we wel vaker hebben gezien, waardoor ik niet door had dat hij mij op twee meter passeerde. Balen (en suf als zon beest een spanwijdte heeft van anderhalve meter)!! Dat deed ons denken aan Steve Erwin, dus hebben we de volgende dag de dierentuin van zijn familie bezocht. Ik vond het echt de mooiste dierentuin die ik ooit gezien heb (wat overigens niet zo veel zegt, omdat ik zelden een dierentuin bezoek). Er waren niet veel beesten, maar de beesten die er waren hadden veel ruimte. De kangoeroes liepen bijvoorbeeld rond in grote parken waar je zelf ook doorheen kon lopen. Ook werd er veel informatie over de beesten en hun natuurlijke leefomgeving gegeven. Erg interessant. Op Koninginnedag zijn we naar Fraser Island gegaan, het grootste zandeiland ter wereld. Fraser Island heeft veel afwisselende landschappen en op het strand hebben we een dingo gezien (een soort wilde hond). s Middags lekker gerelaxed in een kristalhelder meer en daarna weer terug gegaan naar het vaste land. De daaropvolgende dagen hebben we veel kilometers afgelegd. Het was behoorlijk uitgestrekt met slechts af en toe een dorpje en het landschap was prachtig. We hebben regenwoud gezien, eucalyptusbossen, savanneachtige vlaktes en suikerrietvelden. Als je bedenkt dat dit uitgestrekt was over 1200 km is afwisselend een relatief begrip, maar toch bleef het boeiend en mooi. Onderweg hebben we regelmatig kangoeroes en walibis gezien (helaas ook veel dode kangoeroes/walibis langs de kant van de weg) en we hebben ook een aantal emus gezien. De afgelopen nacht hebben we op een afgelegen caravanpark geslapen, waar we de avond met een Australisch koppel hebben doorgebracht. Zij reden op hun motor heel Australie rond en vermaakten ons met mooie sterke verhalen. Erg gezellig! Inmiddels zijn we in Townsville beland om morgen wat meer het binnenland te bekijken.
Be First to Comment